Vijftien jaar Haile in Hengelo (2009)

Vijftien jaar Haile in Hengelo 1

Flaptekst: ‘Een arme man kan te midden van de rijken wonen. Maar een rijke kan niet tussen de armen wonen.’ Dat zegt Haile Gebrselassie in het boek ” Vijftien jaar Haile in Hengelo”In 1994 vestigde hij in het FBK Stadion zijn eerste wereldrecord. Sindsdien kent de wereld hem als een mens die zich nauw betrokken voelt bij zijn geboorteland Ethiopië.

Gesprekken met Haile krijgen altijd een onvermoede diepgang. Achter zijn brede glimlach gaat een zakenman schuil die het maatschappelijk verantwoord ondernemen in de praktijk brengt. Vanuit de Afrikaanse werkelijkheid zet hij ons vaak aan het denken over onze Westerse wereld.

Dit boek gaat daarom over sport en zaken. Auteur Cros van den Brink haalt herinneringen op aan successen en andere bijzondere gebeurtenissen in de carrière van ‘Mr. Hengelo’ – in het Fanny Blankers-Koen stadion en elders in de wereld. Hij beschrijft ook de weg van de boerenzoon die zich ontwikkelde tot een succesvol ondernemer. De atleet die zijn startgelden en premies investeert in eigen land en werk schept voor vele honderden Ethiopiers. Die scholen bouwt om kinderen een toekomst te bieden. Want een rijk man kan niet werkloos toezien als hij tussen armen woont.

Titel: Vijftien jaar in Hengelo, Zakenman in trainingspak – Auteur: Cors van den Brink – Uitgever: daM Deventer 2009 – ISBN: 978 90 71902 05 5

Recensie: De auteur, sportjournalist van beroep, beschrijft hoe de zoon van een arme boer uit Ethiopië, het tot een van de beste midden en lange afstandsatleten ter wereld weet te brengen. Haile Gebrselassie is een atleet die veel geld weet te verdienen met zijn passie voor atletiek en zakendoen weet te combineren met een enorme hoeveelheid trainingsarbeid. Het geld wordt vooral ingezet in diverse projecten en bedrijven in eigen land, waar nog veel armoede heerst. Het wordt de lezer duidelijk welke trainingsarbeid, doorzettingsvermogen, aanleg, persoonlijkheid en passie aan de basis liggen van de vele wereldrecords. De kleurenfoto’s tonen wedstrijdmomenten, opnames met familie en beelden uit Ethiopië. Duidelijk wordt hoe het leven van de atleet met de eeuwige glimlach zich afspeelt; zijn sociale betrokkenheid is groot.(B.N. Swienink)

Awash – Herinneringen aan Ethiopië (2003)

Awash

Flaptekst: René van Slooten werkte van 1967 tot 1976 op de drie suikerondernemingen van de ‘Handelsvereniging Amsterdam’ (HVA) in Ethiopië. In 1999 publiceerde hij daarover zijn eerste boek ‘Tsahai’ dat in Nederland en Vlaanderen lovend werd ontvangen. ‘Awash’ is een vervolg en bevat beschrijvingen van het dagelijks leven op de suikerondernemingen van de HVA en een aantal reisverhalen. Er is ook een uitvoerig hoofdstuk over het leven van de Nederlandse kinderen, met bijdragen van twee oud-leerkrachten van de Nederlandse scholen in Ethiopië, Marieke Grijpma-Munning en Agda v.d.Vlis. Het laatste deel van ‘Awash’ beschrijft het weerzien met het tweede vaderland ‘Ethiopië’. In 1989 ging een groep oud-HVA’ers en HVA-kinderen op zoek vaan hun verleden en in 2000 ging René van Slooten zelf terug, voor een VPRO radioprogramma over het Nederlandse verleden in het prachtige land.

Titel: Awash, Herinneringen aan Ethiopië – Auteur: René van Slooten – Uitgever: Boekenplan, 2003 – ISBN: 90 71794 35 0

Recensie: De Handelsvereniging Amsterdam (HVA) zat van 1952 tot 1978 met drie (suiker)ondernemingen in Ethiopie: Wonji, Shoa en Metahara. Er werden daar in die jaren driehonderd (!) Nederlandse kinderen geboren. De schrijver werkte er van 1967 tot 1976 en schreef er in 1999 over in ‘Tsahai’*. Het eerste deel van dit boekje is vooral gericht op oud-gedienden: herinneringen aan de situatie toen, en vooral veel aandacht voor de kinderen en hun belevenissen op school, met hun verslagen daarvan in het krantje (‘Het Suikerklontje’): het dagelijks leven, de schoolreisjes, Sint Nicolaas enzovoort. Het tweede deel is interessanter voor ‘buitenstaanders’: beschrijvingen van reizen door het land, langs de ‘historische route’, naar Lalibela, Aksoem, Massawa en Assab. En vooral ook door het verslag van reizen in 1989 en 2000: wat is er over van ‘de suiker’, hoe ziet het land er nu uit (‘Er is werkelijk niet veel veranderd’, is een eerste conclusie…!). Veel informatie over land en volk, in aantrekkelijke verhalen, voor mensen die Ethiopië (gaan) kennen. Enkele kleine foto’s. (Biblion recensie, J.Rijsterborgh)

Hoop uit zegens – Urk leert Ethiopië vissen (1985)

Hoop uit Zegens

Flaptekst: Een paar jaar geleden hoorden twee mensen op Urk over honger in Ethiopië. Zij belegden geen vergaderingen maar haalden geld van hun spaarbankboekje, stapten in het vliegtuig en landden in Addis Abeba. Urkers zeggen: ‘Waar water is is vis, waar vis is is eten, waar eten is is leven’. Met andere woorden: momenteel draaien doelmatig langs de Barorivier visserijprojecten doordat Urkers de bewoners hebben leren vissen en netten maken. Hoop uit Zegens. Dit heeft enige duizenden het leven gered. Dat daarnaast tonnen aan kleding en voedsel vanuit Urk worden gestuurd – en op de bestemde plaats terecht komen! – ook dat feit hoort nog bij dit wonder van Urk. September ’85 besteedde AVRO-Televizier er een uitgebreide reportage aan, want het nuchtere en praktische van deze aanpak oogst terecht steeds meer bewondering.

Titel: Hoop uit zegens, Urk leert Ethiopië vissen – Auteur: Lize Stilma – Uitgever: Callenbach, 1985 – ISBN: 90 266 0063 1

De oude kleren van de keizer (1997)

De oude kleren van de keizer

Flaptekst: Het westerse beeld van Ethiopië wordt nog altijd bepaald door honger, oorlog en een megalomane keizer. Achter de statistieken van hulpverlening en ontwikkelingswerk ligt een ongewoon Afrikaans land met duizenden jaren oude, authentieke culturen en een overweldigende natuur. Nell Westerlaken bereisde het land intensief en doet in De oude kleren van de keizer scherp en boeiend verslag van alledaags Ethiopië, dat zich bevindt tussen uitersten als culturele rijkdom en economische armoede. Ze neemt de trein waarmee een Nederlandse baron en de Britse Evelyn Waugh in 1930 naar de kroning van de keizer reisden, ze bezoekt het paleis waar de geest van Haile Selassie niet wijken wil, verkent de oude islamitische stad Harar waar Rimbaud in koffie handelde en neemt de lezer mee naar de machtige watervallen van de Blauwe Nijl, verborgen rotskerken van de orthodoxe christenen, en middeleeuwse kastelen. Ze reist naar de uithoeken van het land, ontmoet schrijvers en priesters, wijzen en onnozelen, een koning die geen koning is, rastafari’s en volken die pas kort geleden met het Westen in aanraking kwamen.

De oude kleren van de keizer is een serie indringende reportages over heden en verleden van een land dat zich wil ontworstelen aan zijn feodale en communistische erfenis – een land dat zich langzaam opent voor de nieuwsgierige en avontuurlijke reiziger.

Titel: De oude kleren van de keizer – Auteur: Nell Westerlaken – Uitgever: Podium, 1997 – ISBN: 90 5018 339 5

Recensie: We vinden in dit boek veertien indringende reportages over Ethiopië, waarvan er een aantal eerder in de Volkskrant verschenen. Het zijn merendeels beschrijvingen van reizen en ontmoetingen, waarbij heden en verleden van dit wonderlijke en wonderschone land uitvoerig belicht worden. Na de eeuwenlange feodale periode, en de funeste communistische jaren met enkele recente oorlogen, probeert het rijkgeschakeerde maar verschrikkelijk arme land zich er bovenop te knokken. Ethiopië is tegenwoordig voor de avontuurlijke reiziger beter te bereizen dan ooit, en de schrijfster trekt naar de verre uithoeken, van Aksoem en Lalibela tot de Oromo’s en andere vergeten volkeren in het zuiden, en zelfs enkele rastafari’s. Alle belangwekkende plaatsen worden bezocht: Harar, Gondar, Addis Abeba, enz. Zij schrijft in een heldere, lakonieke stijl, met humor en mededogen, en geeft de lezer een levendig en breed overzicht over land, volk en cultuur. (Biblion recensie, Jan Rijsterborgh.)

Doktoren op marsch (1936?)

Doktoren op marsch

Voorwoord: Het is mij een waar genoegen, waarde auteur, deze eersteling als peet ten doop te mogen houden. Niet omdat ik meen dat er over onze ambulance niet genoeg geschreven is, maar in de eerste plaats om de vriendschap, welke ”op marsch” gegroeid is. Lezende in dit boek – gelijk te verwachten, vlot geschreven en met een open en crities oog wat zich rond ons afspeelde – tref mij hoezeer ge het hart verpand hebt aan ons beroep; hoezeer het ambulancewerk je ten harte is gegaan. Meer vermoedelijk dan ge zelve bekennen wilt. Natuurlijk, ”het avontuur heeft ons allen gepakt, onze belangstelling opgewekt, maar vergeten is niet, dat dit avontuur er was om de Roode Kruisgedachte in daad om te kunnen zetten. Hoe verder wij kwamen, hoe meer wij ons hiervan bewust zijn geworden. En wel het meest in die dagen bij Koram, toen – na het bombardement der Engelsche ambulance en de overval der Tigreaansche sjufta’s – onze positie als neutrale leden van een Roode Kruisambulance zozeer van karakter veranderde. In die dagen, waarin bleek dat de medewerking der betrokken autoriteiten niet steeds onverdeeld was en dat de verbinding der voorposten met de basis ten gevolge hiervan onbetrouwbaar was…

Aan ieder, die belangstelling koestert voor de werkzaamheden der Nederlandsche ambulance in Ethiopië, beveel ik dit boek dan ook gaarne en ten zeerste aan. Jhr. Dr. J.N. Van Der Does, Arnhem, 22 Juni 1936.

Titel: Doktoren op marsch – Auteur: G.M.H. Veeneklaas – Uitgever: Callenbach N.V., 1936?

Een richel bij Lalibela (1997)

Eeen richel bij lalibela

Flaptekst: ‘In onze tuin, in het park, kleurden de bladeren en brak mijn hart dat jij  het nooit meer zou zien, nooit meer herfst en de lente, nooit meer de sneeuw, verrassing van de winterdag, nooit meer het oude huis in Frankrijk en het blauw van de lavendelvelden, nooit meer boekwinkels van Oxford en Cambridge, de roeiers op het water, nooit meer Ethiopië. Waarom moest je doodgaan, liefste?’ Om los te komen van haar verdriet reist een vrouw naar Ethiopië, een land dat haar man fascineerde, en raakt verstrikt in de intriges van een groep Amhaarse dissidenten.

Een richel bij Lalibela, is een verhaal van rouw en herinnering, dreiging en gevaar, van een poging tot vluchten in een geweldig hooggebergte dat beangst, boeit en troost. Door haar ontmoetingen onderweg, door de plaatsen waar ze zich verschuilt, wordt de vrouw een ander beleven van het heilige gewaar, een andere omgang met God.

Titel: Een richel bij Lalibela – Auteur: Elsbeth Klein – Uitgever: Kok, 1997 – ISBN: 90 242 6056 6

Recensie: Dit is de vierde roman van deze Nederlandse schrijfster. En tegelijk ook haar meest overtuigende. Het boek is recht uit het hart geschreven, vol spanning, drama en oprecht doorvoelde emoties. Een vrouw van middelbare leeftijd heeft niet lang geleden haar man verloren aan longkanker. Door zijn werk voor het Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking had de man nauwe banden met Ethiopië. De vrouw besluit op reis te gaan naar het land waar ze zo gelukkig was met haar man. Tijdens een excursie wordt de vrouw ontvoerd door militante leden van de Amhaarse vrijheidsbeweging. De vrouw weet uiteindelijk te ontsnappen. Het verhaal is een combinatie van hartverscheurende verlangen naar haar overleden man, een zoektocht naar de God waar haar man zoveel steun aan had en een zeer spectaculaire en spannend beschreven ontsnappingstocht door het onherbergzame gebergte rondom Lalibela. In tegenstelling tot de vorige romans van Klein lees je dit boek in een ruk uit en voel je als lezer voortdurend een diep medeleven en respect voor de vrouwelijke hoofdpersoon. Vrij kleine druk. (Biblion recensie, Roos-Marie Tummers).

Koerier voor Addis Ababa (1974)

Koerier voor Addis Ababa

Flaptekst: Doordat Hans de Waart een foto wil nemen van een voorbijtrekkende karavaan, raakt hij verwikkeld in een levensgevaarlijk avontuur. Volledig op zich zelf aangewezen en rondzwervend met een voor hem onbegrijpelijke opdracht beleeft hij Ethiopië plotseling zoals het werkelijk is. Vroeger zag hij alleen oppervlakkig wat iedereen die uit Europa komt gewoonlijk voor ogen krijgt. Nu heeft hij ineens te maken met armoede en ellende waar een groot deel van de bevolking mee kampt…

Elly van Wijmen schreef dit boek tijdens een verblijf van enige jaren in Ethiopië, een boeiend en nog weinig bekend land. Zij doorkruiste het naar alle windstreken in gewapend gezelschap. Dat was niet overbodig, daar waar struikrovers, smokkelaars en primitieve stammen buitenstaanders hardhandig weren.

‘Koerier voor Addis Ababa’, is een spannend verhaal, dat je ziet gebeuren als je het leest, zoals dat ook bij andere boeken van deze schrijfster het geval is: ‘Een truck in de mist’ en ‘Noodlanding in de brandgang’.

Titel: Koerier voor Addis Ababa – Auteur: Elly van Wijmen – Uitgever: Ploegsma Amsterdam, 1974 – ISBN: 90 216 0435 3

De leeuw en de keizer (2010)

De leeuw en de keizer

Flaptekst: Dit hartverscheurende verhaal speelt zich af in 1974, Addis Abeba, Ethiopië, aan de vooravond van en tijdens de revolutie. Hailu, een vooraanstaand arts, heeft een man geholpen die door de staat is veroordeeld tot de marteldood, en moet zich daarvoor bij de autoriteiten verantwoorden. Zijn jongste zoon Dawit heeft zich aangesloten bij het ondergronds verzet, een beweging die zorgt voor nog meer onrust en bloedvergieten in het verscheurde Ethiopië. Zoon Yonas smeekt God een einde te maken aan het geweld dat zijn land en zijn familie aanricht.

De leeuw en de keizer is een aangrijpend vertelling over een familie, liefde en vriendschap. In een tijd en een land waarover nog weinig is geschreven. Nietsontziende vrijheidsdrang en de tol die een revolutie eist spelen een belangrijke rol. De buitengewoon krachtige en poëtische debuutroman beschrijft de intense en onafwendbare tragiek waarmee deze geschiedenis gepaard gaat.

Titel: De leeuw en de keizer – Auteur: Maaza Mengiste – Uitgever: Anthos,2010 – ISBN: 978 90 414 1432 8

Recensie: Het jaar 1974. De plaats Addis Abeba. Het platteland van Ethiopië wordt geteisterd door vreselijke hongersnood, volgens sommige door de aanhoudende droogte. volgens een groeiend aantal critici door corruptie binnen de overheid. Dan barst de bom. In een staatsgreep wordt de keizer afgezet, talloze politici en intellectuelen worden zonder proces geëxecuteerd. Chaos en volledige anarchie overspoelen het land. Deze roman zoomt in op de familie van een succesvol chirurg, die sympathiseert met de status quo. Zijn zonen gaan in het ondergronds verzet, spelen een leidende rol in de staatsgreep en raken ongewild betrokken bij de bandeloosheid van de Derg (het anti-imperialistische nieuwe bewind): martelingen, verdwijningen. Ook hun vader wordt gepakt en gemarteld, omdat hij de bijna dood gefolterde dochter van de nieuwe leider heeft laten sterven. Deze roman beschrijft in een meesterlijke combinatie van werkelijkheid en fictie het bij ons nauwelijks bekende drama van een vreselijke ‘regime change’ in Ethiopië. Een boek van uitzonderlijke emotionele en poëtische kwaliteit. Een buitengewoon geslaagde debuutroman van deze jonge Ethiopische-Amerikaanse schrijfster. Paperback; kleine druk. (NBD/Biblion, Harrie M. Leyten)

Tsahai (2001)

Tsahai

Flaptekst: Rene van Slooen werkte ruim acht jaar (1967- 1975) in de suikerfabrieken van de ‘Handelsvereniging Amsterdam’ in Ethiopië. Dit boek bevat in tien korte verhalen een aantal herinneringen aan die periode.

Titel: Tsahai, Zonnebeelden uit het Rijk van de Leeuw van Juda – Auteur: René van Slooten – Uitgever: Stadsdrukkerij Amsterdam, 2001 – ISBN: 90 5366 096 8

Recensie: Wij, Nederland, de HVA, hadden van 1950 tot 1976 enkele suikerplantages en fabrieken in Ethiopië. Wij brachten, meer en meer tezamen met Ethiopiërs, een bloeiende cultuur tot leven. Met de marxistische revolutie in 1975 was het echter meteen afgelopen. De schrijver werkte er acht jaar, en schrijft in tien hoofdstukken zijn herinneringen aan die ‘mooiste jaren van mijn leven’ in een land waar het leven met een ongekende intensiteit wordt geleefd. Hij spreekt in zijn voorwoord van een ‘ode aan Ethiopië’. En de lezer raakt meer en meer onder de inruk van het land, van de bevolking, van de spiritualiteit, de sterke eigen cultuur (culturen). De schrijver toont groot respect voor de mensen en hun leefwereld, vooral voor de vrouwen (met ook enkel woorden over bisschop Boomers-later in Haarlem-, die in Ethiopië zulk geweldig werk deed). Op een heel natuurlijke manier en met verrassend gevoel voor detail beschrijft hij het land, zijn ontmoetingen, de Keizer, reizen naar Harar en Diredawa. Met aan het eind een ontroerende brief van een Ethiopische priester. Een ode, niets te veel gezegd. Eenvoudig uitgegeven, volle bladspiegel. (NBD\Biblion, J Rijsterborgh)

Een ochtend in Irgalem (2009)

Een ochtend in Irgalem

Flaptekst: 1937. De jonge legeradvocaat Pietro Bailo is voor een netelige kwestie van Turijn naar Addis Ababa gestuurd, de hoofdstad van Ethiopië. Hij moet een sergeant verdedigen, maar nog voor het proces is begonnen lijkt iedereen er al van overtuigd dat deze Prochet ter dood moet worden veroordeeld. In het dossier leest Piedro gruwelijke verhalen over verdwijning, afslachtingen en het platbranden van dorpen. Hij probeert achter de waarheid te komen, maar krijgt zo weinig medewerking dat hij zich serieus afvraagt waarom ze hem in godsnaam op deze zaak hebben gezet, vijfduizend kilometer van huis, ver weg van zijn liefje in Turijn.

Titel: Een ochtend in Irgalem – Auteur: Davide Longo – Uitgever: De Geus 2009 – ISBN: 978 90 445 1247 2 – Vertaler: Pieter van der Drift

Recensie: De jonge legeradvocaat Pietro Bailo is in 1937 uit Turijn naar het door de Italianen gekoloniseerde Ethiopië vertrokken om sergeant Prochet te verdedigen. Prochet stond aan het hoofd van een groep verkenners die gemoord en geplunderd hebben. Voor sommigen is hij een van de oorlogshelden die Italië een nieuw imperium hebben gegeven. Maar voor de meesten is hij een moordenaar die zo snel mogelijk uit de weg moet worden geruimd. In feite is hij een speelbal in de handen van zijn superieuren: ze hebben hem en zijn gewelddadige karakter gebruikt toen ze hem nodig hadden, maar nu laten ze hem vallen als een baksteen. Hij is de zondebok voor alles wat verkeerd ging tijdens de kolonisering van Ethiopië. Maar er is ook een tweede verhaallijn: de persoonlijk geschiedenis van Pietro, die niets liever zou doen dan terugkeren naar Turijn en naar Clara, de vrouw van wie hij houdt. Toch heeft hij in Afrika een relatie met de mooie Teferi; ook anderen hebben een oogje op haar…Een intense roman die zich beperkt tot het essentiële zonder enige vorm van folklore. Debuut van de Italiaanse auteur, filmer en tv-maker (1971) Ook zijn tweede roman, ‘De Steeneter’ verscheen in vertaling. Gebonden, kleine druk (NBD\Biblion, Bernard Huyvaert)

De laatste kinderen van Job (1972)

De laatste kinderen van Job

Flaptekst: Ontwikkelingshulp moet een daad zijn van menselijke betrokkenheid. Dat bewijst dit documentaire verhaal van een willekeurige voorpost in Afrika, waar Nederlanders zich vanuit een innerlijke verplichting engageren met het lot van een groep onderbebeelde medemensen. Het decor is Ethiopie, de voorpost heet Ado, de mannen aan het ontwikkelingsfront zijn Nederlandse paters Lazaristen. Hun inzichten, wenden, problemen en mogelijkheden werpen een verhelderend licht op wat gedaan – en – nagelaten moet worden in onze relatie tot de Derde Wereld.

Jan Derix koos voor ‘berichtgeving’ als genre voor zijn boek, (‘Ik wil me houden aan de werkelijkheid’).

Titel: De laatste kinderen van Job – Tijdingen uit het dorp Ado in Zuid-Ethiopië – Uitgever: Gezamenlijke uitgave van de Stichting Ontwikkelingshulp vanuit Geuzenveld – Amsterdam en de Nederlandse congregatie der paters Lazaristen (1972). Auteur: Jan Derix Foto’s: René De Swart.

De geschiedenis van Rasselas Prins van Abessinie (1983)

De geschiedenis van Rasselas

Flaptekst: Samuel Johnson (1709-1784) verhaalt in deze wijsgerige roman de geschiedenis van een jonge Abessijnse prins. Deze prins leeft ongelukkig als gevangene in een aards paradijs en ontsnapt met drie andere ontevredenen naar De Buitenwereld. Met zijn zuster, haar hofdame en een wijze dichter onderzoekt hij alle levenswijzen en maatschappelijke situaties die geacht worden naar het geluk te leiden. Na enige leerzame avonturen en overtuigd van de zinloosheid van hun speurtocht, besluiten zij terug te keren, wijzer, maar niet zekerder over de juiste ‘levenskeuze’. De oosterse  achtergrond van het verhaal onderstreept de algemeenheid van de ijdelheid van het menselijk verlangen. Het geluk in deze wereld is kortstondig en van toevalligheden afhankelijk. Slechts de mens blijft zoeken en hopen, en daarbij het oog op de eeuwigheid gericht houdt, kan wellicht enige bevrediging vinden in het leven. Een der grootste prozaschrijvers uit de Engelse literatuur stelt de vraag naar de zin van het bestaan en haalt daarbij zeer actuele aspecten aan.

Titel: De geschiedenis van Rasselas prins van Abessinie. – Auteur: Samuel Johnson – Uitgever: Het Spectrum 1983 ( 1759) ISBN: 90 9163 1 (Klassieken) In het Nederlands vertaald door Wim Tigger.

Recensie: Een jonge Abessijnse prins, ongelukkig als een gevangene in een aards paradijs, ontsnapt met drie andere ontevredenen naar de buitenwereld, waar hij alle levenswijzen en maatschappelijke situaties onderzoekt, die geacht worden naar het geluk te leiden. Na enige leerzame avonturen (gepaard gaande met vele filosofische bespiegelingen) komt een ieder van het gezelschap tot de conclusie dat zijn eigen ideaalbeeld niet te verwezenlijken is. De 18e eeuwse, nog zeer leesbare en vaak actuele novelle, wordt gevolgd door een lang gedicht “De IJdelheid van het Menselijk Verlangen” (naar een satire van Juvenalis). De vertaler, die het oorspronkelijke taalgebruik goed in het Nederlands heeft weten te handhaven, heeft aan het boek een zinnig nawoord toegevoegd. (NBD|Biblion recensie, Willem Bilderbeek)

Het vuurkind (1993)

Het vuurkind

Flaptekst: Een geoloog arriveert in Issat om er opgravingen te doen. Issat is een gekoloniseerd stadje in de woestijn en vormt een geïsoleerde wereld waartoe smokkelaars, vluchtelingen en misdadigers zich aangetrokken voelen. Centrum is het bordeel van Mme Alemnesh, die al in Door de naamloze vlakte haar opwachting maakte. De geoloog raakt niet alleen in de ban van het mysterieuze Issat, maar ook in die van Azaya, de nieuwste aanwinst in het ‘hotel’ Van Mme Alemnesh. De rust in Issat is evenwel bedrieglijk, want als er in de getto’s rellen uitbreken, doet de legerleiding een greep naar de macht. Vreemdelingen en andersdenkenden worden uitgewezen, terwijl de slogan van de militaire bevelhebbers luidt: Issat eerst! Rassenrellen, aanslagen, onverdraagzaamheid en etnische zuiveringen zijn het gevolg van de nieuwe politiek. Het hoofdpersonage raakt er ongewild bij betrokken. Het vuurkind kan worden gelezen als een moderne parabel over goed en kwaad, macht, corruptie en uitbuiting, maar ook als een fantasierijke avonturenroman vol spanning en erotiek.

Auteur: Herman Portocarero (1952) woonde van 1979 tot 1982 in Ethiopië.

Titel: Het vuurkind – Auteur: Herman Portocarero – Uitgever: Manteau Antwerpen/Amsterdam 1993 – ISBN: 90 223 1292 5

Recensie: In deze nieuwe roman van de internationale georiënteerde Vlaamse Portocarero (1952) is de plaats van handeling het geheimzinnige Issat. In dit toevluchtsoord van misdadigers en vluchtelingen arriveert een geoloog, die weggevlucht is uit de westerse wereld. Hij doet onderzoekingen en ontdekt dat bij Issat een meteoriet ingeslagen moet zijn. Dit moet de goddelijke steen geweest zijn, het bewustzijn is hier ontstaan; zijn hier ook immers niet de oudste sporen van voorlopers van de mens gevonden? Tegen de achtergrond van smokkelaffaires, terreur, rellen en een staatsgreep ontwikkelt zich in het bordeel van Mme Alemnesh een relatie tussen de geoloog en het vuurkind Aazaya. Om bevrijd te worden moet Aazaya zwanger worden. Voor de geoloog betekent dit een omslag in zijn denken. Afwisselend worden hoofdstukken in een ik-perspectief (van de geoloog) een auctoriaal verteld. In dit exotische avontuur, dat, hoewel intrigerend, niet gemakkelijk leest( mede door de niet altijd even vlotte stijl en de veelheid aan motieven, in kort bestel gepresenteerd) krijgt uiteindelijk de tegenstelling tussen eeuwigheid en tijdelijkheid gestalte. (NBD\Biblion, Jos Radstake)

Door de naamloze vlakte (1985)

Door de naamloze vlakte

Flaptekst: Door de naamloze vlakte is ogenschijnlijk het relaas van een tocht door Ethiopië in de voetspoor van de dichter Arthur Rimbaud. Tegelijkertijd kan men het boek echter ook als een filosofische detective en literair cryptogram lezen: in de loop van het traject – de tekst – identificeert de auteur zich in toenemende mate met de dichter, terwijl de lezer ondertussen een tocht maakt door een collage van echte en verzonnen, verborgen en expliciete Rimbaud-citaten. Zelfs de taal van de auteur heeft zich aan dit spel aangepast. Zijn beknopte en poëtische stijl, vol archaïsmen en neologisme, verwijst nadrukkelijk naar de eigenlijke hoofdpersoon van het boek: de dichter. Maar wie niet thuis in het oeuvre van Rimbaud kan Door de naamloze vlakte ook als een avonturenverhaal tout court lezen.

Auteur: Herman Portocarero (1952) woonde van 1979 tot 1982 in Ethiopië. Door de naamloze vlakte sluit in verscheidene opzichten aan bij zijn debuut Het anagram van de wereld, maar vormt een zelfstandig verhaal.

Titel: Door de naamloze vlakte – Auteur: Herman Portocarero – Uitgever: Manteau Antwerpen, 1985 – ISBN: 90 223 0998

Recensie: In 1984 debuteerde Portocarero met ‘ Het anagram van de wereld’ een roman die ondanks zijn ingewikkeldheid en zijn belgicismen allerlei positieve kenmerken bezat. Tegen zijn tweede roman zijn die bezwaren nauwelijks meer aan te voeren: de ingewikkelde vorm en het typish Belgische taalgebruik zijn totaal afwezig in dit boek dat een letterlijke en literaire speurtocht bevat naar het verblijf van Rimbaud in de stad Harar in Ethiopië, aan de hand van enkele teksten die op allerlei manieren tot leven worden gebracht. Potocarero slaagt erin ‘Une saison en enfer’ te beleven en te laten beleven zonder het ‘te veel aan opsmuk’ dat zijn vorige boek nog bevatte. De sobere, sombere wereld van de woestijn rondom Harar waarin de erotiek gedempt doorklinkt, biedt heel wat meer doorleefdheid dan ‘ Het anagram’ dat de auteur in zijn vorige boek van de wereld gaf. In ‘Door de naamloze vlakte’ wordt aan die wereld pas echt naam gegeven. Na zijn opmerkenswaardig debuut heeft Portocarero een meer dan waardig ‘vervolg’ geschreven. (NBD\Biblion, Aldert Waldrecht)

Ethiopië, ongekend anders (2013)

ethiopieongekend-anders

Flaptekst: Ethiopië heeft een zeer afwisselende natuur. Er zijn veertien Nationale parken te vinden. U treft er watervallen, vulkanen, bergen, zoutmeren, warmwaterbronnen en ravijnen aan. Maar ook vindt u in de stad Harar 99 moskeeën. Deze moskeeën vertegenwoordigen de 99 namen van Allah. Dus zeker niet eenzijdig.

Ethiopië, ongekend anders!, is een boek voor lezers en reizigers die meer willen weten over het land Ethiopië. De auteur neemt u mee naar bijzondere plekken en interessante bevolkingsgroepen. Laat u kennismaken met tradities, volksverhalen, legenden en spreekwoorden. Samen met haar man, een verdienstelijk fotograaf en hun gezamenlijke Ethiopische vriend die de terreinwagen bestuurt, reist zij door het land. Maak kennis met tradities, volksverhalen, legenden en spreekwoorden. De Danakil-Depressie met onder andere Dalol en de zoutvlaktes worden bezocht waar ze opnieuw kennismaken met de Afar. Ze reizen door de Riftvallei met zijn bijzondere meren, bezoeken de eeuwenoude stad Harrar met zijn kleurrijke bevolking. Het Tanameer wordt bevaren en de interessante eilanden bezocht. Er wordt een beeld gegeven van de veelzijdigheid van de kerken in Lalibela en ze vertelt over Aksum. Ook zijn ze te gast bij meerdere bevolkingsgroepen waaronder De Surma, de Nuer, de Rastafari’s, de Hamar, de Konso en de Dorze.

Titel: Ethiopië, ongekend anders – Auteur: Ine Andreoli – Uitgever: Mosae Mondo, 2013 – ISBN: 978 90 8666 2951

Recensie: Ethiopië is een land met een rijke geschiedenis en een grote diversiteit aan landschappen, volken en culturen. Deze aspecten komen in het boek aan de orde. De schrijfster en haar man hebben van 1967 tot 1970 in Ethiopië gewerkt en zijn er vanaf 2003 een aantal malen teruggekeerd. Tijdens deze reis hebben ze het land doorkruist. Van de vele kleurenfoto’s die er zijn gemaakt, zijn er helaas maar zestien in het boek terechtgekomen. Ethiopië is van oudsher een christelijk land, met overigens grote minderheden aan moslims en aanhangers van natuurgodsdiensten. De christelijke Amharen hebben eeuwenlang de dienst uitgemaakt en het Amhaars is de officiële taal. De auteur schenkt veel aandacht aan kerken. De opgenomen fabels, mythen en legenden zijn merendeels van Amhaarse oorsprong. Het boek eindigt met algemene gegevens over Ethiopië, een chronologisch overzicht van historische gebeurtenissen en een verklarende woordenlijst. (NBD\Biblion, Drs. J. van der Meulen)

De drums van Timkat

De drums van Timkat

Flaptekst: Ethiopië: het land van de verbrande gezichten. Een land waar meer dan tachtig verschillende bevolkingsgroepen wonen die allemaal hun eigen cultuur, gewoontes en tradities hebben.

De reis begon in het Noorden met een busreis van Addis Ababa naar Bahir Dar aan het Tanameer waar schitterende kloosterkerken op eilandjes zijn gebouwd en de watervallen van de Blauwe Nijl voor rokend water zorgen. Ada en Jan reisden verder naar Gondar waar ze genoten van het bruisende Timkat festival en het Simien National Park waar vriendelijk Gelada-apen nieuwsgierig naar mensen kijken. De rotskerken van Lalibela werden bezocht om vervolgens verder te reizen naar Axum, dicht bij de grens met Eritrea. Het Zuiden met zijn kleurrijke bevolking in de Omovallei waar de de reiziger het gevoel krijgt terug in de tijd te stappen. De Konso mensen met hun eeuwenoude manier van landbouw en de vriendelijke Hamar mensen met hun heftige tradities. Mursi vrouwen die zo opvallen met grote kleischotels in hun onderlippen. De Key Afar markt waar Bena vrouwen een halve kalebas als hoofddeksel dragen en stoere Bena mannen gekleed gaan in strakke rokjes.

Ethiopië: een land met een rijk verleden, een boeiend heden en een trotse bevolking.

Titel: De drums van Timkat – Een reis door Ethiopië – Auteur: Ada Rosman-Kleinjan – Uitgever: Wombat reisboeken – ISBN: 978 90 802968 0 0

Recensie: De vakantiereis van ongeveer een maand begint in Addis Abeba, de hoofdstad van Ethiopië. Met het openbaar vervoer (bus en vliegtuig) reist Ada Rosman-Kleinjan met haar man naar het noorden. Daar wonen zij het Timkatfeest (de jaarlijkse herdenking van Jezus doop door Johannes de Doper) bij en bezoeken er onder meer de in rotsen uitgehouwen kerken. Weer terug naar Addis Abeba huren ze een auto met chauffeur/gids voor de reis naar het zuiden. Een aantal van de vele volken die Ethiopië herbergt, wordt bezocht, alsmede een paar natuurparken. Alles met verplichte hulp van lokale gidsen. Rosman-Kleinjan heeft veel aandacht voor de gewoontes, de klederdrachten en de soms bizarre lichaamsversiering die zij in de dorpen aantreft. In 26 korte hoofdstukken, die niet veel meer zijn dan dagboekaantekeningen, wordt verslag gedaan van de reis. Van de vele honderden foto’s in kleur die zij schoten, zijn er slechts 24 in het boek opgenomen. (NBD\Biblion)