Verhaaltje uit mijn kinderboek ”Tadijas’
Veel oudere mensen in Ethiopië kunnen niet lezen en schrijven omdat ze nooit naar school zijn geweest. Maar ze kunnen goed verhalen vertellen. Vaak zijn het verhalen die zij weer hebben gehoord van hun vader of moeder. Het is niet zo dat er verhaaltjes worden verteld voor het slapen gaan, zoals wij kennen.
Maar meestal worden ze verteld in een grote groep.
Ethiopiërs die kunnen lezen, doen dit erg graag en lezen deze verhalen in de boeken. De meeste verhalen gaan over dieren. En dikwijls zit er een verborgen‘ boodschap’ in het verhaal. Zo ook in het verhaal van Hippo, het nijlpaard.
Eens, heel lang geleden, had Hippo nog prachtig haar. Een dikke, zachte, donkerbruine vacht. Hij was daar bijzonder trots op. Iedere dag liep hij door het bos en langs de rivier. Hij zwaaide dan uitbundig en aanstellerig met zijn dikke behaarde staart. Tegen de andere dieren riep hij: ‘ Ben ik niet verschrikkelijk mooi? Jullie hebben vast nog nooit zo’n prachtige vacht gezien.’ De meeste dieren vonden hem een vervelende opschepper. Sommige apen, die vrolijk van de één in de andere boom sprongen,
wilden hem nog wel eens voor de gek houden. Ze riepen dan terug: ‘Hippo wat heb je toch een mooie donkerbruine vacht en wat zijn jouw haren zacht.’ ‘Slijmerds’, riepen de andere dieren dan. Het duurde niet lang of Hippo werd ontzettend ijdel. Hij bleef de hele dag in de buurt van de bosvijver zodat hij ieder moment naar zijn spiegelbeeld in de vijver kon kijken. Hij was dan zo ontzettend tevreden met wat hij zag. Door zijn verwaandheid en zijn opschepperij werd hij steeds vervelender. Hij ging de baas spelen en vond dat alle dieren hem moesten helpen om zijn vacht zo mooi mogelijk te houden. Ze kregen allemaal een taak. Zo moesten de vogels zijn vacht schoon pikken. De hazen moesten de doornen uit zijn voeten halen. En de apen moesten ieder dag klimplanten plukken en daar slingers van maken. Deze moesten om
zijn nek gehangen worden want hij dacht dat hij daar nog mooier van werd. Voor de vissen en watervogels was het streng verboden om rimpels in het water te maken want dan kon hij zichzelf niet
goed zien. Ook waren de sappigste planten voor hem. De vitaminen moesten zorgen dat zijn vacht bleef glimmen. Hij werd alsmaar vervelender en lastiger. Na een tijdje hadden de dieren er zo genoeg van dat ze samen een vergadering hielden en een plan verzonnen…
Op een warme dag plukten ze droog gras en verzamelden dat onder een grote hoge boom die dicht bij de rivier stond. Het gras werd goed opgeschud zodat er een lekker zacht bedje ontstond. Het liep tegen het einde van een broeierige, warme dag. Er was onweer op komst. Daar hadden de dieren op gewacht. Jumbo, de olifant, zou goed opletten en luid trompetteren als het zou gaan beginnen. Een paar uur later was het dan eindelijk zover. Jumbo liet van zich horen en trompetterde voor iedereen hoorbaar want in de verte bliksemde en donderde het in de lucht. Ze riepen Hippo en zeiden tegen hem: ‘Omdat je zo’n mooie vacht hebt, hebben wij een fijn en zacht bed voor je gemaakt. Ga maar lekker liggen en rust maar goed uit.’ Hippo voelde zich zeer vereerd en zwaaide uitgebreid met zijn behaarde staart voordat hij ging
liggen. Hij zorgde er wel voor dat zijn vacht goed zichtbaar bleef voor iedereen. De dieren waren allemaal vreselijk opgewonden want het was zo spannend. Zou hun plannetje lukken? Het onweer kwam steeds dichterbij en de lucht werd steeds donkerder. Daar kwam de eerste bliksemschicht. Er gebeurde niets,
nog één, weer gebeurde er niets. De derde keer sloeg de bliksem in en stuurde een vurige slang door de boom en het gras zodat binnen een minuutje alles in brand stond, ook de mooie vacht van Hippo.
Deze rende vreselijk geschrokken naar de rivier en sprong er snel in. De dieren stonden allemaal vol spanning te wachten. Wat zou er gebeuren? Na enige tijd kwam Hippo weer boven. Hij liep rustig, nog steeds heel erg verwaand met zijn staart zwaaiend terug naar de vijver om naar zichzelf te kijken. Hij keek en schrok zo verschrikkelijk want hij zag geen mooi behaard dier, zoals hij verwachtte, maar een groot
kaal beest. De andere dieren moesten vreselijk hard lachen en riepen in koor ‘kale, kale, kale.’ Hippo wist niet hoe hard hij naar de rivier terug moest rennen en sprong er snel weer in. Hij schaamde zich diep. Vanaf die tijd is Hippo in het water gebleven en komt alleen boven om adem te halen. Als het donker is en de meeste dieren slapen, komt hij pas het water uit om te eten.
De verborgen boodschap van Hippo is: opscheppen daar heb je niets aan want andere mensen vinden dat niet leuk en krijgen een hekel aan je. Daardoor wordt je eenzaam en alleen.