Simien National Park

De Walia-steenbok is een met uitsterven bedreigde soort steenbok die alleen in de bergen van Ethiopië voorkomt. Ze leven in de steile rotsachtige klifgebieden van het Simien National Park. Het zijn grazers. Ze zijn het meest actief in de ochtend en ’s avonds.

3

Door zijn opvallende kleuring en prachtige boogvormige hoorns is de Walia steenbok een prachtig dier om te zien. Zij hebben een chocolade- tot kastanjebruine vacht, zijn grijsbruin rond de snuit, een tint lichter rond de ogen, benen en romp. De buik en binnenkant van de benen zijn wit. De mannetjes hebben een zwarte baard. De lengte van de baard varieert met de leeftijd. Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben hoorns, die in een elegante boog naar achteren buigen. De vrouwtjes zijn iets kleiner en iets lichter van kleur en de hoorns zijn korter. De Walia steenbokken zijn leden van de geitenfamilie en een bedreigde soort.

De kans om ze te spotten is niet groot want ze zijn schuw en op hun hoede voor ons…de mens. Tijdens de burgeroorlog van Mengistu is de populatie flink uitgedund. Vele hongerige soldaten hebben ze gedood en opgegeten. Ook voor de bevolking was de Walia een welkome aanvulling voor de dagelijkse maaltijd. Gelukkig neemt het aantal de laatste jaren weer toe.

Simien Mountains National Park

National park

s1

Het Simien Mountains National Park is in 1969 opgericht, ter bescherming van drie inheemse dieren: de Walia Ibex, de Gelada baboon, en de Ethiopian wolf. Ook is de streek van mondiaal belang voor het behoud van biodiversiteit. De UNESCO heeft het nationale park op de lijst van mondiaal beschermde natuurgebieden geplaatst. Het park heeft een oppervlakte van ongeveer 179 vierkante kilometer en de hoogte varieert van 1900 tot 4430 meter. De temperatuur schommelt overdag tussen de 11,5 en de 18 ̊ C en ’s nachts kan het tot onder het vriespunt dalen.

s5

Het landschap is prachtig. Miljoenen jaren erosie op het plateau van de Simien bergen creëerde het bijzonder landschap van gekartelde bergruggen, diepe valleien en steile afgronden van wel 1.500 meter diep. Het bergmassief is opgebouwd uit diverse gesteente: zandsteen, kristalrotsen en vulkanisch gesteente. Simien heeft steile bergen. De hoogste piek, de Ras Dashen (4543 meter) ligt net buiten de grens van het park.  Ook is er een prachtige canyon die 60 kilometer lang is. Deze wordt wel eens vergeleken met de Grand Canyon in Amerika.

ja

Er zijn drie vegetatiezones. De laagste zone (tot drieduizend meter) bestaat voornamelijk uit bouwland en weilanden. Vroeger was de zone dichtbegroeid met jeneverbessen en olijfbomen. De afgelopen jaren is er flink gekapt, waardoor ontbossing is ontstaan. Op de middelste hoogte (drieduizend tot zesendertighonderd meter) groeit sint-janskruid en reuzenheide. De hoogvlakte (boven de zesendertighonderd meter) is bedekt met verschillende soorten gras en (soms) grote velden gele en rode strobloemen. Ook komt de prachtige reuzenlobelia hier voor.

Naast de beschermde dieren komen er meer dan 20 soorten grote zoogdieren en 130 soorten vogels in het park voor. Echter, menselijke verstoring heeft het aanbod van habitats beschikbaar voor wilde dieren in het park verminderd.

Een gedeelte van het park is door mensen in gebruik, dorpjes, landbouwgronden en branden vormen een bedreiging voor het park. Het is moeilijk om de mensen uit het park te verhuizen. Begrijpelijk want hun verre voorvaderen woonden hier al en…moeten ze (zo denken de parkbewoners) nu wijken voor planten en dieren; zijn die belangrijker dan wij? Toch is er al een duidelijke verandering zichtbaar zo hebben natuurbeschermingsorganisaties samen met de regering de boeren betrokken bij de bescherming van de natuur en het wild. Boeren werken als scout of gids en de Gelada’s worden niet meer, zoals vroeger, met stenen van de landbouwgronden verjaagd maar jongens bewaken de oogsten

Een gravelweg brengt je in het park. Deze goed berijdbare weg gaat tot ver in de bergen. Smalle bergpaden verbinden de verspreid liggende dorpjes die in het park liggen. Deze zijn alleen te voet of met een paard of ezel te betreden. Er wonen voornamelijk Amharen in het park, zij proberen in hun bestaan te voorzien door het verbouwen van gewassen en het houden van vee. Een kleine groep moslims heeft naast landbouw en veeteelt, weverijen waar ze omslagdoeken en gekleurde mutsen maken; op meerdere plaatsen worden deze hangend in de bomen, wapperend in de wind, aangeboden.

Gelada-baviaan

Gelada

Deze bijzondere bavianen komen alleen in Ethiopië voor. In het Amhaars worden ze che’elada genoemd, wat ‘bloedend hart’ betekent. Ze hebben namelijk op hun borst een lichtroze onbehaarde plek in de vorm van een hart, dat in opgewonden toestand felrood wordt.

Gelada1

Ook bijzonder is dat ze gras eten. Het gras wordt met de handen geplukt terwijl ze op hun billen voortschuifelen. Foto’s:©Lou Andreoli