De Hyena-man (Harar)
In het donker, met als enige verlichting de koplampen van twee auto’s, een van een Ethiopische familie en de andere van ons, staan we dicht tegen de auto’s aan. Verder is het aardedonker op het zanderige terreintje dat net buiten de Fallana-poort ligt. Voor ons, in de lichtbundel van de koplampen zit een man. Met kleine pauzes brengt hij een melodieus geluid voort:’Hoeoew, hoeoew’. Verder is het doodstil. ‘Hoeoew’, klinkt het dan weer!
Iedereen houdt zijn adem in: wat gaat er gebeuren? Opeens zien we enkele dansende lichtjes dichterbij komen. De ogen van… Na een paar spannende minuten zien we aan het eind van de lichtstraal iets bewegen. Dan verschijnt er in de lichtbundel, volledig in het licht, een hyena. Er volgen er steeds meer. De hyena-man praat op een zangerige toon met de hyena’s en gooit een stuk vlees naar ze toe.
Oplettend, af en toe aarzelend komen ze voorzichtig dichterbij. Plotseling is het schouwspel geopend: de hyena’s lopen dichtbij de man. Hij voert ze vlees, ze blijven onrustig heen en weer lopen. In tegenstelling tot hen staan wij allemaal doodstil tegen de auto’s aan, volledig in de ban van de vertoning.
De hyena-man pakt een puntige stok en steekt er een stukje vlees aan. Het uiteinde van de stok gaat in zijn mond. De grote hyena komt bijna mond aan mond met hem, en trekt het vlees met zijn vlijmscherpe, glinsterde tanden met een ruk van de stok. Bizar!
Lees over de oorsprong van dit gebruik in mijn boek : ‘Ethiopië, ongekend anders!’