We rijden aan de noordkant het Abijata-Shala National Park binnen. Onze vriend, tevens chauffeur, rijdt voorzichtig, want op sommige plekken is het zeer drassig. Doordat het pad niet of nauwelijks zichtbaar is, rijdt hij zoveel mogelijk op de hier en daar groeiende graspollen. Hoewel hij voorzichtig en zorgvuldig rijdt, gebeurt er toch waar we bang voor zijn: op een gegeven moment zitten we muurvast.
Als we de auto uitstappen, schrikken we. De onderkant van de auto rust op de grond. Als de wielen er niet aan zaten konden we als een slee voortgetrokken worden.
Het is onvoorstelbaar, twee minuten geleden waren nog alleen op de grote, grijze, kale vlakte, maar uit het niets staan er ineens drie kinderen en twee mannen voor ons.
De mannen willen wel helpen maar daar moeten ‘Birrs’ (geld) tegenover staan. Uiteindelijk na twee uur graven en duwen is de auto los. De auto wordt op een steviger stukje grond gezet, we geven het afgesproken geld en vertrekken opgelucht verder het park in.
Lees meer over het mooie park en onze belevenissen in mijn boek: ‘Ethiopië, ongekend anders!’
LikeLike