Awassa en omgeving

De vismarkt in Awassa

De vismarkt ligt pal aan het Awassameer. De vissers bieden iedere ochtend de in de nacht gevangen vis aan, waaronder tilapia, nijlbaars, meerval en andere soorten.

Het is enorm druk op de markt; mensen die vis kopen en vogels die er om bedelen. Grote maraboes lopen op hun lange dunne poten tussen de mensen door en zijn op jacht naar afval dat ze af en toe toegeworpen krijgen. Ze zijn totaal niet bang en lopen rakelings langs ons heen. De kale kop draait van links naar rechts en met hun kraaloogjes kijken ze brutaal in het rond.

Langs het meer liggen de vissersbootjes. Ze zijn van hout en hebben de vorm van een gelijkbenige driehoek. Jongens zijn druk bezig de netten te ontwarren. De vissen worden ter plaatse schoongemaakt. Het afval wordt in het water gegooid wat de aanwezigheid verklaard van grote groepen pelikanen die rond de bootjes alert liggen te wachten. Af en toe gooien de vissers het afval omhoog met het resultaat dat de pelikanen even opvliegen, wat een prachtig plaatje oplevert.

Het zijn over het algemeen de kleine visjes die aan de plaatselijke bevolking worden verkocht. Onder de schaduwrijke bomen zitten de vrouwen de gekochte visjes handig en snel te verwerken tot filet. Om ze daarna te verpakken in een doek of stukjes papier. Ik neem aan dat ze straks op een houtvuurtje belanden en gebakken worden.

Het is ontzettend jammer dat de plaats van de markt is verplaatst en het mooie gedeelte met de oude bomen waar voorheen alles afspeelde afgesloten is. De plek is omgeven door hoge hekken. Alles speelt zich nu af langs de kale waterkant. Het blijft interessant en leuk om te zien maar de omgeving zorgt ervoor dat de sfeer anders is.

De koning van de Konso (2003)

Konso.…De bevolkingsgroep Konso is opgesplitst in negen clans en kent geen hoger stammengezag. Elk dorp wordt bewoond door families van meerdere clans zodat er nooit een de overhand heeft. Het bestuur ligt in handen van een raad van Oudsten, want elk dorp is onafhankelijk. Als er grote geschillen of problemen zijn waar ze onderling niet uitkomen, wordt er een beroep gedaan op de Konso-koning.  De koning woont samen met zijn familie in een klein ‘koninklijk’ dorpje. Hij leeft eenvoudig. 

‘Wij verlaten het bedrijvige Konso-dorp om op bezoek te gaan bij de Konso-koning. We worden hartelijk verwelkomd door de zoon van de koning; de koning is enkele maanden geleden overleden. Het gebruik is dat hij pas negen maanden na de dood van zijn vader zijn ‘taak’ als koning kan gaan vervullen.

konso3Tijdens deze periode blijft de overleden koning boven aarde en blijft, als mummie, op zijn stoel zitten. Er worden twee mannen aangesteld die voor de koning zorgen. Daarna wordt hij in zittende houding begraven. Vroeger was de overbrugging negen jaar maar door natuurrampen en andere problemen is de tijd ingekort tot negen maanden. De Konso zat te lang zonder (raadgevende) koning.

Als de zoon, de ceremonies ondergaan heeft die negen dagen in beslag nemen, eenmaal koning is mag hij alleen eten wat speciaal voor hem is klaargemaakt. Dit geldt ook als hij op reis is. Zijn vrouw is toegewezen en uitgezocht door zijn vader en een aantal oude wijze heren. Op onze vraag of hij niet liever zelf zijn keus had gemaakt is zijn antwoord: ‘Ik ben erg tevreden, mijn vrouw is getest door wijze mannen op intelligentie, schoonheid en lichamelijke sterkte, ik had het niet beter kunnen doen.’

De koningszoon leidt ons rond in zijn dorp. Omdat hij straks als koning recht spreekt over de geschillen van de Konso-populatie woont er naast familie geen andere mensen in zijn dorp, dit om zijn objectiviteit te waarborgen. Bij de rondleiding behoort ook de begroeting aan de overleden koning. De twee speciaal aangestelde mannen gaan ons voor, ons geduld wordt op de proef gesteld want de koning is nog niet gereed om ons te ontvangen. Als we eenmaal welkom zijn, zit de (gebalsemde) koning voor zijn hut. Een van de mannen houdt beschermend en zorgzaam een paraplu boven zijn hoofd. Wij lopen er een beetje onwennig naar toe en als afgesproken buigen we tegelijk ons hoofd. Nieuwsgierig als ik ben wil ik hem toch wel even bekijken: ik zie dat zijn oogkassen gevuld zijn met gedroogde bloemen en hij zit nogal voorovergebogen. Het lijkt of hij ieder moment voorover kan vallen, maar hij zal het nog even vol moeten houden totdat de negen maanden voorbij zijn. Het is een vreemde en bijzondere ervaring om een dode, rechtop zittende man in vol ornaat te begroeten…

Fragment uit mijn boek: Konjo no! (uitverkocht) Nieuwe herziene druk: Ethiopië, Betam Konjo, 2016