Flaptekst: De verhalen spelen zich af op en rond een in opbouw zijnde suikeronderneming (1968-1970). Ze beschrijven de dagelijkse gang van zaken met alle facetten zoals: wat moet je doen als je wandluizen in je bed ontdekt, hoe kom je aan verse groenten, hoe is het om bedienden te hebben. Dit alles en veel meer, doorspekt met Ethiopische gewoonten en gebruiken vormen samen de inhoud van dit boek.
Titel: Het land van de verbrande gezichten, Ethiopië, een belevenis – Auteur: Ine Andreoli – Uitgever: Boekenplan 2007, 2e druk – ISBN: 978 90 71794 05 6
Recensie: De schrijfster woonde met haar man van 1968-1970 op de pas opgestarte suikerplantage Metahara in Ethiopië. Keizer Haile Selassie was er nog, de revolutie en de verschrikkingen waren nog niet begonnen. Het leven voor een ‘vrouw-van’ op een Nederlandse suikerplantage was een luizenleventje, zij het een leven met luizen. We lezen over de aankomst, de zwangerschap, de bedienden, de vieze koffie, de ritjes naar de slager in Addis, Sinterklaas op de onderneming enzovoort. Alles opgeschreven als in brieven aan het thuisfront, babbelend, met vreemde punctuatie en spreektaal (‘op zich is daar niets mis mee’, ‘dit was het helemaal’), vol open deuren (‘zonder drinkwater houdt niemand het lang vol’). Gezellig, dus, over het zo goede (bijna koloniale!) leven van toen, dertig jaar geleden. ‘Je kan je je voorstellen hoe of dat er (toen) uitzag.’ Het boekje draagt helaas weinig of niets bij aan wat iemand zal willen weten over Ethiopië. J. Rijsterborgh