Flaptekst: In De buik van de hyena haalt Nega Mezlekia op meeslepende wijze herinneringen op aan zijn jeugd in Ethiopië. Met gevoel voor humor en relativering beschrijft Mezlekia hoe hij van jongen tot man opgroeit. Hierbij kruist een wonderlijk gezelschap van kleurrijke personen zijn pad.: Wondwossen zijn beste vriend en medestander in de misdaad; meneer Alula, hun veelgeplaagde docent; meneer Tadesse, fulltime schooldirecteur en parttime stroper; mevrouw Yetaferu, de orthodox-christelijke pensiongast die er iedere dag wel in slaagt een nieuwe heilige te aanbidden en zo op succesvolle wijze weet te voorkomen ooit een baan te vinden; en Yeneta, de plaatselijke priester die bekend is met de talen van de hemel en de hel.
Daarnaast beschrijft Mezlekia de donkere periode die Ethiopië doormaakt na de val van de keizer Haile Selassie, tijdens de opkomst van de macht van de communistische junta, waarvan de genadeloze Rode Terreur 100.000 Ethiopische jongeren afslachtte. Mezlekia werd destijds op achttienjarige leeftijd gedwongen zich aan te sluiten bij een guerrillaleger; als door een wonder slaagde hij erin de gruwelijkheden waarmee hij werd geconfronteerd te overleven.
Titel: De buik van de hyena, een jeugd in Ethiopië – Auteur: Nega Mezlekia – Uitgever: Atlas, 2002 –ISBN: 90 450 0573 5
Recensie: De schrijver groeit op in Jijiga, in het oosten, heet, stoffig, een stad als een labyrint, met een Amhaarse (christelijke) en Somalische (moslim) bevolking. We maken kennis met hem en zijn omgeving, met hyena’s, gieren, boze geesten, tovenaars, en figuren als de moraal-docent met zijn bullenpees, of de tante die nooit gewerkt heeft: elke dag is er een heilige tot wie gebeden moet worden. De toon slaat om wanneer hij een jaar of 15 is. De leerlingen nemen het op voor de kleine boeren (lees: lijfeigenen). Dit protest is het zaad waaruit de maatschappelijke onrust, de revolutie, de mensonterende onderdrukking en tyrannie, de moorden, martelingen en doodsangst van de jaren ’70 en begin ’80 voortkomen. Hij kan tenslotte vertrekken uit de hel, via Nederland naar Canada. Een gruwelijk verslag, waarin we de schrijver als jonge student, op de voet volgen. Een beklemmend boek dat zich goed laat vergelijken met Jung Chan’s ‘Wilde zwanen’, over vergelijkbaar, uiterst bloedig onderdrukt volksverzet. Het eindigt in 1984 waarna nog zoveel volgde! Kleine druk (NBD\Biblion,J. Rijsterborgh)
Ervaringen van de schrijver die opgroeit in labyrintische stad JJijiga in het oosten van het land. Jijiga is een verdeelde stad; met algemene, doch zwijgende, instemming. In het noordelijke deel wonen de christenen, voornamelijk Amhara, en in het zuidelijke deel de moslims, overwegend Somali. Al woont Nega in het noordelijke deel, door Mustafa die bij hen in huis woont, kent hij ook het zuidelijke deel. Hij maakt ons deelgenoot van zijn omgeving, vertelt over zijn familie en andere mensen, boze geesten, tovenaars, heiligen en hyena’s komen voorbij. Studenten protesten en andere ongeregeldheden zorgen voor de val van keizer Haile Selassie daarna spelen, tirannie, moorden, martelingen en het volksverzet een grote rol. Een indrukwekkend verhaal, met af en toe gruwelijk details, maar het geeft een realistisch beeld van die tijd. Daarnaast maak je kennis met veel facetten van het dagelijkse leven van de gemeenschap en de plaatselijke gewoonten. Een interessant boek.
LikeLike